Tag: filmen

  • Filmschool – Twaalfde dag

    Filmschool – Twaalfde dag

    Oorspronkelijk gepubliceerd door Jasper Langedijk op 28 mei 2016.

    Mijn wekker had ik niet nodig: de grote groep Italianen die meerdere kamers om mij heen in gebruik hadden begonnen vanaf half zeven activiteit te vertonen. De warm watervoorziening naar de omliggende douches maakten een gierend geluid. Spelende kinderen en roepende mensen. Ik sliep nog twee keer een klein half uurtje vrij ondiep. Het voordeel was dat ik ruim voordat ik aan mijn theorie-examen moeste beginnen al wakker en fris gewassen mijn begrippenlijst nog éénmaal zat door te lezen. Ik bedacht nog snel een handig ezelsbruggetje omdat ik de verschillende onderdelen van Digitale Signaal Processing in de juiste volgorde toch nog wilde onthouden: LLCKBGWB. (Low-pass/pre-amplifier, Lineaire matrix, Contour/detail, Knee, Blackstretch/black gamma, Gamma correctie, Witbalans, Black balance en black level). Ik heb het op het tentamen niet nodig gehad, maar je leert natuurlijk uiteindelijk niet voor je tentamen maar voor wat je aan de kennis en inzichten hebt.

    Het was stil in het Camera College…

    Het was stil in het Camera College. Onze docent Maurice was er niet, zoals aangekondigd. En verder heerste er ook wel een bekende examenspanning. Iederen ging individueel en had zijn eigen planning gekregen. Toevallig zat ik met iemand samen tegelijk het theorie-examen te doen, maar verder was het een behoorlijk solistische dag. 

    Het theorie examen was uitgebreid. 37 vragen en een uur de tijd. Ik dacht dat ik wel tijd zou overhouden, maar toen ik halverwege te horen kreeg dat we op een half uur zaten, zat ik pas bij vraag 14. Uiteindelijk schreef ik mijn laatste zin op toen ik de deur open hoorde gaan en de surveillant kwam zeggen dat de tijd om was. Terugkijkend denk ik dat ik verreweg het meeste wel wist, en dat ik niet veel vragen helemaal fout zal hebben. Maar verder kan ik me inmiddels niet meer zo goed herinneren hoe het ging en welke vragen er waren. Een stuk of vijf weet ik er nog. Iets met twee lenzen en welke ik zou meenemen als ik op een vanaf de schouder gefilmd klusje zou gaan. Antwoord was een beetje een gokje. Als ik het juiste getal in de type omschrijving goed interpreteerde, was het een groothoeklens die ik uitkoos. 

    Mijn vriend, het koffie-apparaat.

    Daarna het praktijk-examen. Ik kreeg een kwartier om te preppen; de camera voor te bereiden, de geheugenkaart formatteren en het statief goed af te regelen (en nog zo wat). Ik had volgens mij ongeveer dezelfde tijd nodig als gisteren, want ik zal iets van vier minuten over hebben gehad. Daarna kreeg ik de opdracht. Iets met dat er door de vergrijzing meer mensen stoppen met werken dan dat er vacatures kunnen worden opgevuld. Dus ik op pad: een uitzendbureau, details van campagnes ‘we zoeken 50+ medewerkers), een cool bewegingsshot van een lege kapstok achter glas door de ruit van Randstad Uitzendbureau die met een pan/tilt naar een uitgestorven bureaublokje in hetzelfde pand leidde. Kleine focusbijstelling. Na veel oefenen kreeg ik spastische trekjes van graagte het goed te doen. Dus op een gegeven moment nam ik hem gewoon op. Net niet geweldig. Focus kwam niet helemaal tof uit, en je ziet me hem bijstellen ná een aarzeling. Bagger. Ik heb het niet opnieuw gedaan (slecht doen is fout, opnieuw doen mag wel want we zijn mensen, maar zegt ook ‘niet goed geoefend’). Mogelijk is de opname goed genoeg… Ik was ook wel heel scherp op mijn eigen handelen door de druk die ik ervoer. Verder mooie shots van een scootmobiel voor een seniorenwoning, meerdere winkels en bordjes op de winkelruit waarop ‘personeel gezocht’ stond en tenslotte shots van mensen in de stad: vooral gepensioneerden op een terrasje en langswandelend (rolstoelrollend), en hier en daar een kinderwagen met jonge ouders als bijvangst. 

    Ik keerde net op tijd terug met een ontevreden gevoel over het geheel. Het duurt maximaal twee weken voor ik de uitslag krijg.

    Nog meer stilte.

    Omdat ik graag met een studiegenoot wilde nabespreken, heb ik het uur dat medestudent Arno op pad was op hem zitten wachten. Het was de moeite; nog even kunnen praten over hoe het ging en vergelijken hoe we het hadden aangepakt hoorde bij de afronding van de dag voor mij. 

    Nu zit ik op de bank met mijn vriendin, een goed wijntje en straks wat aangename resultaten van goed camerawerk van ervaren krachten (Black Orphan op Netflix kijken). 

    Over krap twee weken ga ik verder. Montage op Avid! Zin in.

  • Filmschool – Elfde dag

    Filmschool – Elfde dag

    Oorspronkelijk gepubliceerd door Jasper Langedijk op 27 mei 2016.

    Het is nu kwart voor twaalf op de avond voor het theorie en praktijkexamen Camera aan het Cameracollege in Bergen op Zoom. Vandaag was de laatste opleidingsdag van dit onderdeel. Twee medestudenten hebben ook montage al gedaan in deze maand. Iets wat ik niet kon realiseren met ‘dayjob’ en thuis. Mijn onderdeel Montage volgt over krap anderhalve week, in Juni.

    Het objectief maar ik mezelf mee had opgescheept. Niet de slimste keuze.

    Vanavond heb ik een begrippenlijst gemaakt. Het ging me meer om het maken dan dat ik die nu nog als overhoormateriaal ga gebruiken. Maar het was heel nuttig. Uit mijn al digitaal uitgewerkte aantekeningen haalde ik een hoop, maar ook uit een reader die we inmiddels digitaal hebben gekregen en uit de aantekeningen die ik simpelweg niet meer uitgewerkt krijg (Het zijn te veel aantekeningen en er is te weinig tijd…) Mijn begrippenlijst heeft me daadwerkelijk nog een aantal dingen beter laten begrijpen en beter in mijn hoofd laten zinken. Ik doe er vanavond niets meer mee. Morgenochtend lees ik dat bestand (7 A4-tjes) nog eens helemaal door en daar blijft het bij.

    Op deze laatste praktijkdag heb ik ervoor gekozen om mijn ondergeschoven kindje ‘de bewegingsshots’ te gaan oefenen. Niet dat ik die links had laten liggen omdat ik er bang voor was of omdat ik ze niet kan. Ik heb aanvankelijk bij toeval gewoon nauwelijks daar iets mee gedaan in de oefeningen, en na verloop van tijd ging ik ze (wel) bewust vermeiden omdat ik me er minder zeker over voel. Vandaag dus op pad met camera en statief om niets dan bewegingsshots op te nemen. Wat zijn bewegingsshots? Het zijn de wel bekende pan en tilt beweging (horizontale en verticale camerabeweging), maar ook een focusverlegging of filmend met iemand meelopen terwijl je hem in het kader poogt te houden zijn bewegingsshots. En dan heb je er nog zo wat. Allemaal heel leuk en mooi, mits uitgevoerd met reden en mits je start en je eindkader fraai is en mits je de beweging zelf met enige souplesse uitvoert. Kortom, ik had een missie.

    Ik had echter een fout gemaakt bij het uitkiezen van een camera. Ik zag er twee staan en zag dat er ééntje een CCD sensor had en de andere een CMOS sensor. Omdat CMOS last kan hebben van artefact bij beweging, dacht ik er slim aan te doen die andere te pakken. (Die artefacts betreft het scheef trekken van het beeld bij een zijwaartse beweging, als gevolg van de snelheid van uitlezen van de sensor van onder naar boven, in combinatie met de fysieke beweging. Eenvoudiger gezegd: de bovenkant van het frame wordt ingescand bij het beging van de beweging, en een fractie van een seconde later wordt een lager deel van het frame pas gescand, waarbij de camera al iets verder doorbewogen is. De sensor ziet dan een iets schuin vertekend plaatje.) Mijn fout was dat ik niet gekeken had naar wat voor een lens er op de camera zat. Dat bleek een standaardlens. Met een standaard lens kun je hele mooie dingen filmen. Vooral met leuke scherpte diepte in een heel klein gebied. Maar zo’n lens heeft enorm veel beperkingen als je probeert bewegingsshots te maken. De focus luisterde bij deze lens vrij nauw, en de hoek waarmee de lens werkte was lastig voor me. Zo liep ik een uur rond met de camera om op allemaal verschillende plekken shots voor te bereiden die dan niet wilde lukken (voor geen meter), waarna de stem van de docent in mijn achterhoofd galmde ‘als een bewegingsshot niet lukt, neem het dan niet op’. Nou zo gezegd zo gedaan… Na krap twee uur intensief bezig zijn had ik in het laatste uurtje vijf opnamen gemaakt.

    Het verlaten zorgcentrum was één van mijn oefen objecten voor bewegingsshots.

    Ik vreesde de feedback, want ik was niet heel tevreden terug op het Cameracollege teruggekeerd. Maar eigenlijk viel het wel mee. Niet heel goed, maar wel zo dat als ik met de feedback op zak nogmaals dit zou gaan doen, dat er dan geen slechte dingen uit zouden komen. Voor nog een keer op pad had ik geen tijd en geen puf meer, maar dat terzijde.

    Zo lang deed ik over mijn laatste keer statief preparatie.

    Tenslotte heb ik nog mijn camera en statief preparatie geoefend met stopwatch. We krijgen er een kwartier voor, vóór het praktijkexamen. Tot mijn geruststelling lukte het zonder al te veel moeite om het in 11 minuten gedaan te hebben. En dan ging er nog wat mis ook (statief veel frictie gegeven en de bevestiging bij het levelen/waterpas maken niet strak genoeg vastgedraaid, waardoor ik de kop helemaal scheef trok). Morgen gaat dat echt wel goed komen.

    En daarna een opdracht filmen. We krijgen een callsheet voor een item. Zo van ‘ga dit maar doen’. Daarvoor heb ik dan al mijn theorie gedaan. Dat is voor mij om 10:30. 

    Nu ben ik verzadigd. Ik gooi er hier in mijn hotelkamertje nog een aflevering House of Cards tegenaan, slurp nog wat aan mijn meegenomen wijntje (Ripasso 2011, maar wel van de Jumbo). Verder hebben mijn hersens nu pauze. Morgen vertel ik verder.

  • Filmschool – Tiende dag

    Filmschool – Tiende dag

    Oorspronkelijk gepubliceerd door Jasper Langedijk op 26 mei 2016.

    De voorlaatste dag voor het examen. Een dag van aantekeningen verwerken, les over verwisselen van objectieven en het goed zetten van de backfocus (het lensje wat het dichtst bij de sensor zit, wat verplaatsbaar is te zorgen dat verschillen tussen camera’s geen probleem worden), een camera preppen en tenslotte weer de boer op met die camera om een zelf bedachte oefenopdracht uit te voeren. Bij mij was dat het nep nieuwsitem over de verlaten blauwe Opel Corsa die al weken of maanden in de Parkeergarage ‘Achter de Grote Markt’ staat te vereenzamen. Mijn belangrijkste doel was -met in acht name van goed ingestelde camera en nette compositie- het leveren van verschillende shotgroottes en het zorgen dat ik niet over of onderbelicht ben.

    De opdracht ging goed. Het was leuk om te doen en ik kreeg voortdurend commentaar en gesprekjes met voorbijgangers, maar alleen op een leuke manier. Voor het eerst in de opleiding filmde ik daadwerkelijk verschillende shotgroottes die een editor de mogelijkheid zouden bieden een verhaaltje te vertellen met de beelden. Details waren in te leiden met bijvoorbeeld medium shots waarop het detail al te herkennen was, etc. 

    Toen ik feedback kreeg van de docent, bleef mijn doorgaans snel volgeschreven aantekeningenblad op twee hele korte zinnetjes na leeg. Ik had een paar keer dat twee shots van hetzelfde beide niet over of onder belicht waren, maar wel opvallende uiteenliepen in helderheid. Dat levert een probleem met shotcontinuïteit: die verschillen zouden te veel opvallen. Gelukkig was het niet heel vaak, maar wel een goed en duidelijk verbeterpunt. En het tweede punt was dat ik een paar shots er tussen had zitten die op zich wel technisch in orde waren, maar die niet zo doordacht gekaderd of aangepakt waren: de naam van de garage staat ergens in beeld, maar het laatste woord valt er af. Dat was expres; ik dacht ‘de kijker weet al dat het over een garage gaat en hoe die heet, dus dat het bevestigend gedeeltelijk nog voorbij komt is leuk’. Terwijl de werkelijkheid is dat een kijker zal denken dat die tekst in beeld belangrijk is (want hij is nadrukkelijk in beeld), terwijl de informatie ook afgesneden wordt. Als het niet belangrijk is, is het slim om dat nog duidelijker weg te snijden. Het hoeft niet uit beeld als dat niet lukt, maar dan meer door/afgesneden. Bijvoorbeeld de hele bovenste helft en het laatste woord. Een ander voorbeeld was een heleboel auto’s in de garage. Ik dacht ‘dan heeft de editor mooi een shot wat laat zien dat we ín de garage zijn en dat daar veel verschillende auto’s staan. Maar het was verder een heel saai shot, en het was niet echt aan te geven wát ik nou filmde (behalve die kant op).

    Kortje over de de auto in de garage.

    Morgen verder met bewegingen oefenen (camerabewegingen, waar we ook de focuspull onder rekenen. Ik heb dat onderwerp onbedoeld een beetje weinig actie gegeven. Dus ik loop wat achter met dat oefenen en dus met dat enigszins kunnen. Daarnaast wil ik nog even met licht oefenen; met de driepuntsbelichting met name.

    Er was iets met de Opel Corsa in de parkeergarage…

    Het examen (de theorie- en praktijktoets) komt snel dichterbij. Ik werk nog aan mijn laatste praktijkopdracht: een serie van acht foto’s die als stills uit en filmpje moeten zijn (dus met oog voor compositie e.d.) welke een verhaaltje vertellen. Ik kan gemakkelijk honderd dingen bedenken, maar deze moet snel, met weinig hulp(midden) op te nemen zijn. Anders is het organisatorisch te ingewikkeld.

  • Filmschool – Negende dag

    Filmschool – Negende dag

    Oorspronkelijk gepubliceerd door Jasper Langedijk op 21 mei 2016.

    Straatinterviews doen met John in Bergen op Zoom.

    Op weg naar het Camera College nam ik een omweggetje langs de Hema voor twee leesbrilletjes; ééntje van +1,5 en ééntje van +2,0. Hiermee ging ik het experiment aan, ofwel de kleine lettertjes te lijf. Ik hoopte dat ik ook de in de viewfinder profijt zou hebben van dit experiment, maar dat bleek niet het geval: als je in dat ding kijkt, werkt het voor je oog alsof je wat verder weg kijkt. Het goede nieuws is dat ik het gevoel had dat ik deze keer in die viewfinder veel beter zag dan gisteren. Misschien was ik gisteren gewoon vermoeider. Dat kan. Voor het aflezen van kleine lettertjes rondom knopjes op de camera hielpen beide brilletjes.

    In de ochtend werkte ik weer een stuk van mijn handgeschreven aantekeningen door, om ze tegelijkertijd om uit te werken op mijn laptop. Ergens in die ochtend probeerde een medestudent een tussentijds tentamen te doen. Het lukte niet om het tentamen in de Elektronische Leeromgeving te starten. Ik bood aan te kijken of het bij mij niet bleef hangen, en vertrouwde daarbij op de verschillende pop-ups en waarschuwingen (en kansen om het tentamen toch niet te gaan doen). Ik grapte nog naar waarheid dat ik hoopte dat het niet fout ging, omdat ik nodig moest plassen (en omdat ik het nog niet gericht geleerd had, alleen een keer doorgelezen en de lessen actief bijgewoond). Toen klikte ik één stapje te ver door en begon het tentamen, met de timer van 10 minuten in beeld (niet af te breken en niet opnieuw te doen). Er viel weinig te kiezen: ik moest het tentamen nu meteen ook maken. Ik haalde een 7,5. Dus dat viel alleszins mee. 

    Na de lunch ging ik met John Bergen op Zoom in om straatinterviews te doen.

    Hoewel er nog flink wat aan te merken was en behoorlijk wat (hardnekkige) leerpunten in onze aantekeningenschriften werden opgetekend, ging er ook heel veel best goed. Ik vindt zelf dat de meeste van de opnamen waar ik mee terugkeerde er nu in vergelijking tot twee weken terug veel mooier uit zien. Nog maar één keer een overbelichte leuke mevrouw in beeld (tegenover iets van vijf daarvoor die goed belicht waren), geen onscherpe beelden, betere hoofdruimte en geen een foutje met kijkrichting. De leerpunten zaten hem vooral in het feit dat ik geen goede medium-close shots maak: ik ging ofwel naar medium, ofwel naar een soort close-up die niet helemaal lekker oogt (te weinig ruimte aan de onderkant, met name). We gingen nog een keer terug en deden een extra rondje medium-close. Ik heb het zeer naar mijn zin gehad.

    Wat kun je er direct mee?
    Met de ervaring van vandaag kan ik niet op deze manier ‘direct iets’. Of althans, niet meer dan wat ik al geleerd had. Dit was echt een dag waarop eerder aangeleerde dingen beter verinnerlijkt en beter geoefend werden.

    Wat vond ik het moeilijkste?
    Nu op scherpte en belichting letten meer ‘vanzelf’ ging, werd het mogelijk me meer op diepte in de achtergrond te richten. Maar de veelheid van dingen waar je dan mee bezig bent leverde wel dat ik lang niet altijd mijn compositie goed beoordeelde (later bij terugkijken op groot scherm werkten dingen helemaal niet zoals ik gehoopt had, en dat heb ik ter plekke niet ingezien). Daarbij ging ik doen wat ik voorheen in mijn eigen filmpjes altijd kon en mocht: ik koos een shot wat ik wel mooi vond, ongeacht of dat een medium of een close was, en permitteer mezelf ook allerlei zelf bedachte tussenvormen. Maar als je in opdracht werkt, dien je je aan de standaard te houden (tenzij je kunt motiveren waarom je het anders hebt gedaan, en onder de voorwaarde dat dat ook daadwerkelijk wérkt). Dus ik vond het moeilijk met niet te verliezen in ‘op gevoel’ in plaats van op kijken, denken en vergelijken. 

    Leukste, meest interessante of nuttige?
    Het leukste was absoluut het filmen van de interviews en de wat schijterige zoektocht naar mensen om aan te spreken. We stonden daar op een druk plein waar een gezellig festival begon op te starten, als twee iets introverte gasten. Vaak liep er iemand ons blikveld in, dachten we dat dat een geschikte kandidaat zou kunnen zijn en verzonnen dan om onduidelijke redenen zelf waarom die persoon niet zou willen of kunnen. Dat was eigenlijk ook heel grappig (en gelukkig spraken we ook genoeg mensen wél aan).

    Mijn plan om ook nog met shotcompressie iets te doen is niet gelukt. Dat pak ik komende week alsnog op. Nu even een dagje geen studie. Maandag weer in de aantekeningen, komende donderdag en vrijdag nog even in de praktijk en aan het oefenen en dan komende zaterdag theorie en praktijk examen. Ik hoop nog tijd te vinden om naar de opticien en/of brillenwinkel te kunnen gaan en een oogmeting te laten doen. Daar volgt dan denk ik ook een bril uit, maar bieden de resultaten dan ook al houvast voor een standaard voorgeslepen brilletje.

  • Filmschool – Achtste dag

    Filmschool – Achtste dag

    Oorspronkelijk gepubliceerd door Jasper Langedijk op 20 mei 2016.

    Fresnel.

    Deze achtste dag ging over optica: licht, belichting, golfbewegingen, breking en ga zo maar door. In de middag kreeg dat handen en voeten in de vorm van een praktijkopdracht waarbij we een interview opstelling moesten maken (belichten). 

    Het meer theoretische deel was interessant en met de bekende grotere hoeveelheid informatie en dus aantekeningen. Het praktische deel in de middag was -eveneens een vertrouwd iets- lastiger uit te voeren dan ik eigenlijk verwachtte. 

    Wat kun je er direct mee?
    Ik kan nu direct een driepuntsbelichting maken. Dat dacht ik al te kunnen (internet tutorials op Videomaker.com enzo), maar daarin had ik nét een paar dingen niet goed begrepen die nu wel duidelijk zijn. 

    Wat vond ik het moeilijkste?
    Het theoretischere gedeelte van de les over licht. Ik kan de strekking en de toepassing ervan wel plaatsen en -bijvoorbeeld- aan iemand anders uitleggen. Maar er zat heel veel informatie bij die ik niet zou kunnen navertellen en al helemaal niet zou kunnen uitleggen aan een ander. 

    Arri L7

    Wat vond ik het leukste, het meest interessante of nuttige? Eyeopener?
    Ik merkte vandaag iets wat ik al een tijdje in de gaten had maar nog niet erkende of geloofde; ik denk dat ik een bril voor dichtbij nodig heb. Ik experimenteer al een half jaar met van die leesbrilletjes van de Action en de Hema. Voor kleine lettertjes blijkt dat inmiddels voor mij noodzakelijk. Als ik met een camera bezig ben, heb ik óp de camera te maken met veel kleine lettertjes en cijfertjes die knopjes toelichten of een schaalverdeling bij die knopjes weergeven. Als ik in de viewfinder kijk, moet ik de scherpte en de belichting beoordelen om hem aan te passen met de focus en diafragma ringen. Zodra ik heel snel heen en weer moet kijken van viewfinder naar knopjes naar praktijk en weer naar viewfinder, hebben mijn ogen de grootste moeite mijn hoofd van de juiste informatie te voorzien. Morgen neem ik uit de auto zo’n +1 prulbrilletje mee, om te testen wat dat doet. Ik denk namelijk dat ook mijn overbelichtingsproblemen te maken hebben met het niet zien wanneer er wel of geen details in de lichte delen verschijnen in de viewfinder. Wel een geklooi met zo’n leesbrilletje, maar beter dan niet scherp zien of heel ingespannen moeten turen. (Op mijn eigen camera kijk ik op het LCD scherm af, en net op een iets grotere afstand dan door de viewfinder, dat verklaart mogelijk dat ik dit bestaande probleem nog niet in mijn eigen filmpjes tegen ben gekomen.)

    Een ander antwoord op deze vraag is meer op de les van vandaag gebaseerd: shotcompressie. Wanneer je verder van een te interviewen persoon af gaat staan met de camera, krijg je bij inzoomen naar een close heel weinig achtergrond mee. Veel minder dan ik zou denken. En andersom: als je heel dicht op de persoon filmt en (bijvoorbeeld) een close-up maakt door niet in te zoomen maar gewoon op schoot te gaan zitten, dan neem je enorm veel achtergrond mee. Dat is heel interessant en mogelijk heel praktisch om weet van te hebben. Daar wil ik morgen (straks) op de negende dag nog uitgebreider mee experimenteren. Ik zal foto’s maken en ze hier plaatsen!

  • Filmschool – Zevende dag

    Filmschool – Zevende dag

    Oorspronkelijk geplaatst door Jasper Langedijk op 19 mei 2016.

    Op deze zevende dag zijn we in de wereld van geluid en microfoon gedoken. Oorspronkelijk was dat een taakgebied waar een geluidsman een opleiding voor had genoten, maar omdat budgetten de inzet van zo een geluidsman vaak niet toestaan, wordt de cameraman geacht een bepaalde basis zelf te kunnen realiseren. Het deel wat de cameraman moet kunnen is niet zo ingewikkeld en komt vooral neer op zorgen dat er een goede microfoon correct aangesloten en juist ingesteld aan de camera hangt of verbonden is. Daarnaast wordt monitoren en bijstellen van het opnameniveau verwacht. Als je daarmee een goed geluid weet op te nemen, is het eigenlijk al in orde. Wanneer men (een opdrachtgever, een productie) geavanceerder geluid wil, dan zal er toch echt een geluidsman bij moeten. Wij weten inmiddels wel hoe je dan die geluidsman z’n kabeltjes goed aan je camera bevestigt en instelt.

    Vox populi opnemen in Bergen op Zoom.

    Na het onderdeel over audio zijn we met z’n allen Bergen op Zoom ingegaan. De opdracht was om in tweetallen zogenoemde vox populi op te nemen (meningen op straat oogsten). Vox populi mag dan wel niet een heel hoogstaand stukje journalistiek of nieuwsgaring zijn. het is wel een zeer geschikte methode om een groep cameramannen in opleiding te laten oefenen: ééntje als journalist en ééntje in diens kielzog met de camera. Vrij rap proberen mensen zo ver te krijgen dat ze willen meewerken, aan de praat houden en ijs breken terwijl de camera wordt ingesteld en hup, een paar snelle vragen en antwoorden opnemen. Het leek makkelijker dan het was. Hoe snel vergeet je goed te belichten, je kader goed te houden, de microfoonlevels in de gaten te houden en ga zo maar door, als je het in de praktijk doet met een ‘journalist’ naast je en een dappere vrijwilliger voor de camera? Dat bleek -zeker zo’n eerste keer- vies tegen te vallen. Er zaten best aardige stukjes bij, maar vooral kaderen (inclusief rekening houden met de achtergrond) en belichting bleken voor ons allemaal wel lastig zo in real life.

    Wat kun je er direct mee?
    We leerden iets bijzonder bruikbaars voor mijn dagelijkse praktijk: ik had altijd aangenomen dat alles wat je manueel kunt doen aan de camera in principe nooit op automaat gedaan/gezet mag worden (behalve als de situatie daar om vraagt). Dus toen ik jaren geleden mijn DVX en iets recenter mijn AC130 in gebruik nam, stelde ik de audio in op handmatig om dat niet meer naar iets anders te zetten. Vandaag leerde ik dat de camera’s tegenwoordig zo goed met Automatic Gain Control (automatisch opnameniveau regelen) zijn, dat het helemaal geen kwaad kan daar toch een spoortje mee op te nemen. Je kunt eenvoudig je microfoonsignaal naar twee kanalen wegschrijven en er één handmatig instellen en een ander op AGC zetten. Als je dat de microfoon te laag houdt zal op je reserve kanaal mogelijk een toch nog bruikbaar geluidssignaal zijn opgenomen. Dat is één instelling iets aanpassen en vanaf nu dus mijn standaard werkwijze. Heel fijn om te leren.

    Moeilijkste?
    Het moeilijkste vond ik onder druk de belichting en het kader goed regelen. Het resultaat was dat beide net niet lekker liepen in veel gevallen. Aanvankelijk vond ik ook mijn stabiele werkhouding erg lastig: ik stond zo gespannen te ontspannen, dat de camera op mijn schouder wat begon te trillen. Dat kwam doordat zowel mijn benen te gespannen aan het ontspannen waren, als mijn rechter schouderspier. Bij het derde interview had ik er meer lol in en was ik meer ontspannen, en was het trillen grotendeels verdwenen. 

    Leukste, meest interessante of nuttige?
    Het leukste vond ik vooral het met de groep en daarbinnen in tweetallen de praktijk in gaan. En dat het interviewen na even over een drempel heen te moeten gaan, heel leuk om te doen was. Het zal niet mijn vak worden, maar eenmaal op dreef ging het steeds leuker en beter (beter is nogal subjectief, want we hebben verder bij de evaluatie niet naar de inhoud van de gesprekken gekeken). En het meest nuttige is wat ik al opschreef: AGC wel gebruiken, op een extra kanaal (als back-up). Super!

    Morgen gaan we optica/licht doen. Daar ben ik zeer in geïnteresseerd. Binnen mijn opleidingsbudget (wat ik niet opmaak overigens) had ik ook beargumenteerd een losse optica/belichtingcursus te doen. Die heb ik denk ik niet meer nodig na wat ik morgen ga krijgen (bij deze opleiding gaat het allemaal vrij grondig én praktisch). 

    Met medestudent John afgesproken zaterdag op onze zelfstudiedag samen meer van dit soort straatinterviews te gaan doen. Leuk vooruitzicht!

  • Filmschool – Zesde dag

    Filmschool – Zesde dag

    Oorspronkelijk geplaatst door Jasper Langedijk op 14 mei 2016.

    De kijkrichting van het huis.

    Op deze zesde lesdag hadden we de beschikking over al het materiaal, de docent en de assistent annex medewerkster van Camuse (het verhuurbedrijf wat de eigenaar is van de apparatuur waar we les mee krijgen). Maar verder was het eigen invulling geven vandaag. Voor ons alle vier kwam dat voor een groot deel neer op alle aantekeningen doornemen en herformuleren in een laptopje. Bijna iedereen deed in de middag een zelf bedachte oefening met de camera en het statief, buiten in Bergen op Zoom.

    Ik koos als voor die praktijkmiddag één van de vele leuke huizen die te koop staan in Bergen op Zoom. Het ging op zich wel goed, maar ik heb ook wel wat staan klungelen. Een ander type statief (veel zwaarder dan de vorige) liet zich moeilijker in hoogte stellen. Het weer werkte niet mee, met wind, kou en op een gegeven moment een verstorende regenbui. Maar dat mocht de pret niet drukken. Ik vond het heel leuk om te doen. 

    Toen ik weer terug was op het Camera College kreeg ik van Maurice -onze docent- uitgebreid feedback en tips. Ik had een fout gemaakt met de ‘kijkrichting’ van het onderwerp (ook een woonhuis heeft een kijkrichting). Dat heeft te maken met doek waarin je het onderwerp filmt. Zie bijvoorbeeld de foto hiernaast van het bewust woonhuis; dat staat goed. Als er iemand met zijn rug tegen de voordeur had gestaan, dan had hij nu als het ware door het midden van het kader naar de overkant van de straat gekeken. De denkbeeldige lijn die je zou kunnen tekenen daarbij, zou door het kader lopen. Wanneer ik bij het nemen van deze foto tot net voorbij het huis was doorgelopen, dan zou het huis de andere kant op hebben gekeken. Diezelfde persoon bij de deur zou met zijn gezicht direct naar buiten de foto kijken. De denkbeeldige lijn zou van de deur naar links lopen en maar 10 procent van het plaatje doorkruisen. Dat voelt onnatuurlijk, als je dat verkeerd doet. Ik deed daarnaast nog iets fout door het huis óók van de andere kant te filmen (zoals in de foto). Het probleem daarmee is dat de beelden niet te combineren zijn met die minder geslaagde kijkhoek die ik daarvoor had gebruikt. Want als je dat combineert, dan lijkt het alsof de ene opname aan deze kant van de straat is genomen, en de andere opname aan de overkant. Alsof het twee verschillende huizen zijn. Gelukkig had ik wel meer en ook wat betere opnamen van die andere kant.

    Wat kun je er direct mee?
    Vandaag was heel nuttig. Omdat er geen nieuwe informatie bijkwam (afgezien van verduidelijking door vragen die we tijdens de doe-het-zelf dag tegenkwamen en stelden), was het mogelijk alles goed langs te lopen. Met de apparatuur erbij, met de net zelf gemaakte checklists erbij en ga zo maar door. Wat ik daar direct mee kan is wat ik ook net gedaan heb: ik heb mijn eigen Panasonic AC130 intern helemaal doorlopen en alle menu instellingen goed gezet. De viewfinder op zwartwit, deze ingesteld zoals ik dat bij camera preppen geleerd heb (brightness, contrast aan de hand van de colorbars, enz), de shutter weer goed gezet (die had ik ooit verkeerd gezet en omdat ik niet wist dat shutter off betekent shutter op standaard waarde -wat de helft van de framerate is, dus 1/50ste in dit geval). Hij stond op 1/60ste. Dat was de waarde die het dichtst tegen de juiste aanzat. Nu staat hij weer echt goed. En zo zijn er nog een heleboel dingen die ik heb aangepast en voortaan zo gebruik op de camera. 

    Regenbuitje.

    Moeilijkste, tevens leerpunten?
    Het was eigenlijk vooral herhalen en juist verduidelijken. Maar er was zeker iets (twee dingen zelfs): belichten met stukjes overbelichte blauwe lucht. In meerdere opnamen had ik dan geprobeerd de belichting zodanig aan te passen in de camera (via het diafragma), dat de lucht niet zo ontzettend overbelicht was. Met als gevolg dat de delen van het scherm waar het me wel om ging stevig onderbelicht waren. Dat vond ik toen ik er mee bezig was niet zo moeilijk, omdat ik niet gehinderd werd door de kennis dat dat niet goed was. Weer wat geleerd.

    Daarnaast valt het me op dat ik bij de opdrachten en praktijkoefeningen veel minder varieer in mijn keuzes van hoe iets te filmen dan wat ik van mezelf gewend ben, en dat ik ook minder geslaagde composities maak dan wat ik gewoon onder mijn neus krijg (van mezelf) wanneer ik filmpjes voor mijn huidige werkgever maak. Ik probeerde dat te benoemen in een gesprekje met de docent, maar dat leverde ook alleen maar op dat ik overkwam als zo iemand die zegt dat hij het thuis wel of beter kan. (M.a.w. als iemand die dénkt dat hij het thuis beter kan…) 

    Maar omdat ikzelf wel precies weet wat ik bedoel, heb ik goede hoop dat iets meer ontspannen in de opdrachten gaan zitten mij komende week mij meer tevreden over mijn presteren laat zijn. En daarmee hopelijk ook de docent.

    Regenjasje.

    We zijn wat lessen betreft op de helft. Als ik huiswerkopdrachten en toetsen gedaan heb over de onderwerpen van de afgelopen week zijn we helemaal op de helft. 

    Vanavond en morgen is het weekend (kan ik aan een werkfilmpje wat al af had moeten zijn werken). Maandag ga ik weer verder. Verslaglegging gaat donderdag na de zesde lesdag weer verder.

    Als uitsmijter nog dit: beurs sleutelbeen/schouder rechts. Daar draag ik het statief bij de grotere verplaatsingen. Het pro statief is misschien zo duur omdat het van goud is? 

    Tot volgende week!

  • Filmschool – Vijfde dag

    Filmschool – Vijfde dag

    Oorspronkelijk geplaatst door Jasper Langedijk op vrijdag 13 mei 2016.

    De vijfde dag van de opleiding was voor een groot deel een praktijkdag. We begonnen met het zelf preppen van de camera en het stellen van het statief. Daarna kregen we uitleg over camerabewegingen en een opdracht voor de middag. Dat werd weer een item (een ‘kortje’) over een onderwerp in Bergen op Zoom. Met de lessen van vooral gisteren op zak gingen we aan de slag.

    De Sony camera.

    Waar ging het over?
    Het ging over camerabewegingen (zoals pan, tilt, pantilt, focusverleggen, tracking, zoom en een rider). Daarnaast ging het ment name over opdracht interpretatie, valkuilen (dwaalsporen) en over het leveren van materiaal.

    Wat kun je er direct mee?
    Mijn zwakke plekken -van dit moment- kwamen akkelig boven drijven. Ze zijn allemaal al genoemd in dit verslag. Morgen hebben we een dag waarop we zelf individueel de studiedag mogen bepalen en indelen. Wat ik hiermee kan is dus morgen concreet aan de slag met wat me nu het minst goed afging. 

    Op pad met de camera.

    Moeilijkste?
    De routine rondom de camera’s. Ik wéét de voorbereidende handelingen. Dat zijn bijvoorbeeld de CC en ND filters bepalen en instellen. Daarmee beïnvloed je het licht wat door de lens gaat zodat het niet de fel is (en zo min mogelijk ruis veroorzaakt), en daarna witbalansen; het corrigeren van het witte licht door de kleurtemperatuur om te zorgen dat wat we filmen overeen komt met wat wij met het oog zien (wij zien niet de gevolgen van natuurlijk licht, kunstlicht of menglicht die op de wereld schijnt, maar de camera wel. Als die iets opgenomen heeft, zien we de resultaten wel. Om de ‘afwijking’ daartussen op te lossen, doen we de witbalans. Maar ook de bediening van de camera tijdens of vlak voor het opnemen. Het voelt als geklungel. En juist omdat ik het thuis allemaal wel kan uitleggen en voordoen, vind ik het het moeilijkst dat dit nu in de praktijk nog niet zo vanzelf gaat. Het is een kwestie van tijd (en van het veel doen).

    Leukste, meest interessante of nuttige?
    Mijn hang naar heel close filmen komt tot nu toe totaal niet tot zijn recht in deze opleiding. Wat raar en jammer is: de boodschap is eigenlijk vaak: als je heel close gaat (en goed kadert, goed belicht, iets diepte creëert en enige scherptediepte in het shot verwerkt), dan heb je bijna altijd interessante shots die een verhaal (helpen) vertellen. De reden dat ik mijn natuurlijke neiging weinig ruimte geef, is omdat ik probeer het allemaal heel goed te doen en niet te veel los te gaan op eigen voorkeur. Waarschijnlijk kan het helemaal geen kwaad als ik meer film zoals ik het gewend ben, verrijkt met shotvariatie zodat aan de behoefte van de editor wordt voldaan. Dit besef is voor mij nu één van de interessantste inzichten. Ik probeer hier meteen wat mee te doen en heb een plan voor de zelf in te vullen studiedag van morgen. 

    Nu ga ik slapen, in het logeerbed wat heel lief voor me klaar stond bij vrienden Erik en Nicole in Breda. Morgen lekker een kort ritje naar school! 

  • Filmschool – Vierde dag

    Filmschool – Vierde dag

    Oorspronkelijk gepubliceerd door Jasper Langedijk op 12 mei 2016.

    In de dagen tussen de laatste les van vorige week donderdag en die van vandaag, heb ik mijn gewone baan liefde en aandacht moeten geven, maar ook wat studie en opdrachten moeten doen. Omdat ik niet zeker wist wat in de elektronische leeromgeving daadwerkelijk vandaag gedaan moest zijn, heb ik gisteren alles gedaan. Praktijkopdracht en tussentijdse toetst (klein tentamen, telt mee voor het eindcijfer. Ons was voorspeld dat we dat eerste tentamentje niet zo goed zouden scoren, dus mijn 5,9 bleek netjes te zijn. Bij het nakijken samen met de docent ontdekte ik dat ik de meerderheid van de foute antwoorden goed had kunnen hebben als ik minder gejaagd was geweest tijdens de toets (ik had tien minuten, maar hield 3 minuten over). Een deel van de fouten waren veroorzaakt door niet zo goed lezen en snel tot een antwoord komen, terwijl iets meer nadenken de kleine nuance makkelijk boven had kunnen laten drijven. Een bemoedigende vaststelling.

    Een ander opdracht was het maken van foto’s die shots moesten vertegenwoordigen: vijf perspectieven, composities, waarbij ook rekening met kleur gehouden was. Ik heb veel foto’s gemaakt daarvoor. Via een shortlist van 10 naar 7 naar uiteindelijk deze vijf:

    Shot 1. Totaal van slijter in zijn winkel.

    Shot 1: Totaal van slijter in zijn winkel. Het was een oefenshot vooraf (vandaar de tas en de kartonnen doos op het tafelblad. Ik dacht bij het zien van de foto: een nadeel aan zo’n winkel met heel veel mooie details is dat het object waar het om gaat ondersneeuwt. Thuis gekomen bleek dat op groter scherm eigenlijk helemaal niet zo het geval. Daarom wel de foto in de selectie.

    Shot 2. Medium van slijter in zijn winkel.
    Shot 3. Close van één van de flesjes whiskey.
    Shot 4. Totaal lege Used Products winkel.

    Shot 4: Verlaten tweedehands winkel. Bedoeld als totaal in een reeksje wat verder en dichterbij kijkt naar deze lege winkel.

    Shot5. Totaal van een detail, kun je ook een close noemen in zekere zin.

    Shot 5: Shot wat iets meer op symmetrie leunt qua compositie. En diagonaal een scheiding tussen somber (schaduw) en zonnig (mevrouw met zonnebril, doorgeslagen highlights door de schijnende zon en het hoekje afgebladderde oranje verf in het bordje, wat in lijn is met de diagonaal. 

    Ik hoop spoedig op een cijfer. en ik hoop dat ik het naar wens/opdracht goed heb gedaan.

    Waar ging het over?
    Vandaag hebben we het prepareren van de camera, het preppen uitgebreider behandeld. Ook het instellen van het statief kwam aan de orde. Ik wist al dat een professioneel statief prijzig was, maar dat je moet denken aan 7000 euro voor zo’n apparaat als je het zelf zou willen aanschaffen, was toch een beetje een shocker (2000 voor de poten, paar honderd voor de Quick Release Plate en de rest voor de statiefkop). Na de lunch gingen we met camera’s en statieven Bergen op Zoom in, om een item te filmen (alleen de beelden, geen interviews of audio) over de straat die in 1994 uitgeroepen was tot mooiste straat van Nederland: de Lievevrouwenstraat in Bergen op Zoom… We hebben veel geleerd. (En dat betekent ook: we hebben veel verkeerd gedaan.)

    Met de camera de straat op in Bergen op Zoom.

    Wat kun je er direct mee?
    Vandaag heel veel praktijk ervaring. Dus wat ik er direct mee kan is ook aan de uitvoering gerelateerd: één van de grote lessen was beter nadenken voordat ik iets daadwerkelijk film (ik was los gegaan op een straatje, maar vergat onmiddellijk elk shot wat opbouw/inleiding te bieden door ook een paar andere perspectieven/kaders te leveren; ik heb voornamelijk random details gefilmd). Wat meer vooraf bedenken wat deze straat zo bijzonder maakt en dáár voor de kijker begrijpelijk ‘bewijs’ voor filmen. Dat heeft me wel per direct meer alert gemaakt op wát ik film en waarom (er is altijd een wat, een hoe en een waarom -en als dat er niet is, is er iets mis…).

    Moeilijkste?
    Het moeilijkste was beslist het helder nadenken en een plan trekken bij de shoot. Ik ga voor mijn huidige baan vaak genoeg met een klein plannetje naar een locatie en/of wat mensen toe om een item bij elkaar te filmen. En dan houdt ik gedachteloos rekening met diversiteit in shots en dergelijke. En welke shot dat geschikt zijn weet ik intuïtief en het filmen gaat deels (als) vanzelf. Maar onder druk ging het vandaag een stuk slechter. Ik filmde random leuk dingen, maar vergat de totaal plaatjes en dergelijke (waarmee een editor een klein verhaaltje zou kunnen vertellen. Niet zo moeilijk om uit te leggen, maar vandaag voor mij wel moeilijk om goed invulling aan te geven.

    Leukste, meest interessante of nuttige? Of wat was de eyeopener?
    Het telkens als je je statief ergens anders neerzet ‘stellen’ van dat statief blijkt een geweldige uitwerking op je gefilmde beelden te hebben. 

    Ik neem binnenkort mijn eigen camera mee naar deze opleiding om te zorgen dat ik de vertaalslag van ‘camerakunde’ optimaal op de eigen prosumer camera kan botvieren. De docent was daar wel voor te vinden, en ik zie een enorm profijt. De wens van de docent dat ik dan wel van te voren een vertaalslag van de lesstof naar deze camera gemaakt heb, boezemt mij geen angst in; sterker nog: ik heb dat in mijn hoofd al gedaan en zal dat voorbereiden als ik de camera meeneem. Want daar zit á la minute profijt voor mij.

    Morgen gaan we méér doen met camera en statief in de praktijk. Ik kan niet wachten. Ik zoek ook een beetje een rematch voor wat betreft mijn eigen zelfbeeld-schadende onderpresteren.

    En morgen ben ik in de gelegenheid bij vrienden in Breda te logeren: dat scheelt nogal een reistijd (en benzine!). Ik heb al een smakelijk flesje Covilla II Rioja Reserva uit 2010 gekocht daarvoor. Bij de gewaardeerde slijter uit de bovenstaande fotoreeks. 

    Pfff, apparatuur is zó duur, dat het niet meer een optie is zelf veel ‘gear’ aan te schaffen. De professionele cameraman bezit vaak zelf geen eigen camera.

    Vandaag was alweer een leuke, leerzame dag! Nu naar bed: morgen vroeg weer op.

  • Filmschool – Derde dag

    Filmschool – Derde dag

    Oorspronkelijk geplaatst door Jasper Langedijk op zaterdag 07 mei 2016.

    Het was alweer een heerlijke dag, met een zomerse temperatuur en een strak blauwe lucht. Net als de afgelopen twee dagen heb ik het lekkere weer voornamelijk tijdens mijn héén en terugreis naar Bergen op Zoom meegekregen. Maar vandaag -op de derde lesdag- hebben we ook een klein uurtje buiten gefilmd. Dat is nog best een uitdaging, want hoewel alles er heel mooi uitziet in het zonnetje, is de veelheid van licht in dit geval iets wat het werken met de camera ook wat moeilijker maakt. Zeker voor wat onwennige filmschoolstudenten die voor het eerst met een broadcastcamera op pad gestuurd worden. Maar ik kan vast verklappen dat ik het ook deze derde dag geweldig heb gevonden. 

    Broadcast camera preppen.
    Broadcast camera ‘preppen’

    Waar ging het over?
    Meer theorie over de werking van de camera, verdieping van een aantal onderwerpen van de dag ervoor naar aanleiding van vragen uit de groep, richtgetallen voor tarieven (waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen onervaren en ervaren, en tussen bedrijfsvideo-, broadcastvideo- en cinemaproducties. Laagste in de schaal ca. € 250,- per dag (onervaren cameraman) oplopende naar €900,- per dag (ervaren cameraman in cinematografische productie). Verder ging het nog over het gebruik van composiet, wat de laagste analoge kwaliteit video is, maar wat door bepaalde eigenschappen nog steeds dankbaar gebruikt wordt bij camerawerk (voor het synchroniseren van tijdcodes; de tellers die met de audio en video meelopen).

    Viewfinder

    Daarna hebben we uitleg gehad over compositie. Dat was voor mij vrij bekend materiaal; dat soort informatie kwam ik in de afgelopen jaren vrij snel tegen en heb ik geprobeerd al in mijn filmen in te zetten. Maar dit was ook een onderwerp waar ik van te voren specifiek voor heb ingeschreven op de opleiding: al mijn eigen interpretaties moeten worden bijgesteld naar wat ik hier leer. 

    Verder mochten we voor het eerst broadcastcamera’s vasthouden en hebben we een gedeeltelijk vereenvoudigde cameracheck en preparatie (preppen) gedaan. Objectief controleren, viewfinder controleren en instellen, en nog zo wat. Daarna naar buiten met wat eenvoudige opdrachten, die lastiger bleken dan ze klonken. Tenslotte gezamenlijk al het materiaal bekeken en daar van geleerd (we deden het niet zo heel slecht, maar er viel vooral veel te leren…)

    Wat kun je er direct mee?
    Ik film nogal eens wat scheef. De horizontale lijnen die ik in het kadertje zie (raamkozijnen, lantarenpalen) kan ik gebruiken om te zorgen dat ik dat bijstel. Ik herken het probleem ook van veel filmwerk wat ik de laatste jaren op eigen houtje deed. Niet heel extreem, maar het feit dat ik het herken is veelzeggend. 

    Wat vond ik er van?
    Deze vraag laat ik voortaan weg: ik begin altijd al met te zeggen wat ik er van vond.

    Moeilijkste?
    Heel zelfbewust, met instructies en met docent en medestudenten over de schouder meekijkend met de schoudercamera aan de slag. Het lukte me nog wel aardig om een paar fatsoenlijke (fantsoenlijkachtige) composities/plaatjes te maken. Maar man wat filmde ik instabiel. En ik had het in de gaten, dus ontspannen stil staan werd vergelijkbaar met hele erge jeuk aan je neus hebben als als je staat af te wassen of hele vieze handen hebt. Of ontspannen proberen te lachten terwijl je ongemakkelijk lang op een ‘klikje’ van het fototoestel staat te wachten. Shakycam was het. En niet als bewust ingezet stijlmiddel…. En het frustreerde me natuurlijk, want met mijn eigen kleinere camera heb ik de afgelopen jaren veel beter staan filmen dan hoe het me nu verging. En ook dat was ik me heel nadrukkelijk bewust.

    Leukste, meest interessante of nuttige? (Eyeopener?)
    Het leukst was toch ook weer het gezamenlijk reviewen van dat net gefilmde materiaal. Heel leerzaam. Maar de eyeopener zat in de hoek van het filmen vanuit wat ‘ongewonere’ hoeken/perspectieven. Ik heb wel de neiging dat te doen en dat is prima (filmen vanaf ooghoogte en dan een totaalplaatje filmen is hoe mensen de wereld ook zonder video al zien, en dus is dat de minst boeiende variant om te filmen). Maar ik neem geen comfortabele, correcte houding aan. Ik ga staan of zitten op een manier die na niet al te veel tijd niet stabiel is vol te houden. Dat was één van de redenen dat ik zo ellendig instabiel gefilmd had. (Ik miste ook mijn statief, maar dat mogen we nog niet gebruiken. Volgende les pas.) Dus de les is: het bedachte perspectief is prima, maar zoek daarna rustig naar een manier om dat ook te kunnen filmen. Niet meteen op één knie balancerend beginnen te filmen.

    Ik mag lekker filmen (in het zonnetje)…

    Het de tijd nemen bij het komen tot op ‘record’ drukken is ook iets wat ik veel te weinig gedaan heb in het verleden. Ik wist al wel dat het zonde van de tijd achter de montagetafel is als je veel te veel filmt en de camera laat lopen terwijl je een ander kader kiest, opnieuw scherp stelt of de camera verplaatst is in de meeste gevallen amateuristisch. Dat mag ik dus niet meer doen. Daar heb ik direct profijt van, want ik heb altijd veel werk aan mijn eigen materiaal spotten en selecteren. Het voordeel en nadeel was altijd dat ik alles zelf deed. Ik klaagde niet over dat soort dingen, omdat ik het zelf gedaan had en snapte waarom ik dat deed. Maar kom eens bij een ander aan met zoveel vervuild materiaal en je krijgt -terecht- een andere reactie.

    Naast het me weer even moeten richten op mijn werk, ga ik de komende dagen mijn aantekeningen overzetten van kladblok naar iets op mijn computer. Dat doe ik meer om de handeling van alles opnieuw opschrijven dan om het document wat dat oplevert. Verder mag ik aan de slag met twee de opdrachten in de Elektronische Leeromgeving (ELO) en wordt ik geacht alles wat we tot nu toe behandeld hebben als parate kennis in mijn hoofd te hebben wanneer we volgende week donderdag verder gaan. Dus ik moet ook ‘stampen’ maar volgens mij gaat dat wel meevallen. Voor ik komende donderdag weer in Bergen op Zoom verschijn, heb ik volgens de planning een thuistentamen in de ELO gedaan. En goed gedaan, is dan mijn doel natuurlijk.